Het woord ‘dementie’ is afgeleid van het Latijnse de mens, wat vrij vertaald ‘verlies van het verstand’ betekent. Mensen met dementie verliezen stukje bij beetje het vermogen om helder te denken, zich dingen te herinneren of te communiceren.

Vaak begint het met vergeetachtigheid, maar later worden ook gewone handelingen zoals aankleden of koken steeds moeilijker. De werkelijkheid wordt steeds minder overzichtelijk.

Dementie ontstaat door schade aan de hersencellen. Die schade kan verschillende oorzaken hebben, zoals:

  • Ophoping van eiwitten in de hersenen (zoals bij de ziekte van Alzheimer)
  • Kleine herseninfarcten (zoals bij vasculaire dementie)
  • Erfelijke aanleg of bepaalde ziektes
  • Een ongezonde leefstijl

Hoewel de kans op dementie toeneemt met de leeftijd, komt het ook voor bij mensen onder de 65 jaar. Dan spreken we van jongere mensen met dementie.

In het begin zijn de symptomen vaak subtiel. Veelvoorkomende eerste signalen zijn:

  • Vergeetachtigheid
  • Moeite met woorden vinden
  • Verwardheid over tijd of plaats
  • Veranderingen in gedrag of stemming
  • Problemen met dagelijkse handelingen

Hoe eerder deze signalen worden herkend, hoe beter passende zorg geboden kan worden.

Een diagnose wordt meestal gesteld door een huisarts of specialist. Vaak bestaat dit uit:

  • Een uitgebreid gesprek over de klachten
  • Geheugentests en lichamelijk onderzoek
  • Soms aanvullend onderzoek, zoals een hersenscan of bloedtest

Het proces kan lang duren. Uit onderzoek blijkt dat 66% van de mantelzorgers meer dan een jaar wachtte op de definitieve diagnose. Vroege herkenning is dus belangrijk.

Dementie verloopt vaak in vier herkenbare fasen:

  1. Voorstadium – Je merkt dat er iets niet klopt. Er is twijfel over het geheugen.
  2. Beginfase – Problemen met plannen en organiseren worden merkbaar.
  3. Middenfase – Het geheugen verslechtert duidelijk. Er ontstaan gedragsveranderingen.
  4. Laatste fase – Volledige zorgafhankelijkheid, moeite met eten, praten en bewegen.

Elke fase vraagt om een andere benadering en ondersteuning.

Er zijn meer dan 50 vormen van dementie. De meest voorkomende zijn:

  • Ziekte van Alzheimer:
    De bekendste vorm. Gaat gepaard met geheugenproblemen, taalstoornissen en oriëntatieproblemen.
  • Vasculaire dementie:
    Ontstaat door problemen met de doorbloeding van de hersenen. Komt vaak voor na een beroerte.
  • Frontotemporale dementie:
    Komt vaker voor bij jongere mensen. Gaat gepaard met gedragsveranderingen en moeite met taal.
  • Lewy body dementie:
    Combinatie van geheugenverlies, hallucinaties en motorische klachten.

Mensen met dementie zijn kwetsbaar. Wat voor jou logisch lijkt, kan voor hen verwarrend of pijnlijk zijn. Vermijd daarom:

  • Corrigeren of verbeteren
  • Discussiëren over wat ‘waar’ is
  • Snel praten of veel vragen tegelijk stellen
  • Kinderachtig behandelen

Beter is het om aan te sluiten bij hun beleving, rustig te blijven en dingen stap voor stap uit te leggen. Rust, structuur en respect maken het verschil.

Eén op de vijf mensen krijgt dementie. Bij vrouwen is dit zelfs één op de drie. In Nederland hebben in 2025 ruim 310.000 mensen dementie. Naar verwachting zal dit oplopen tot 610.000 mensen in 2050.

De druk op mantelzorgers en de zorg neemt toe. Daarom is er groeiende behoefte aan warme technologie die mensen ondersteunt, zonder hen te overweldigen. Technologie kan bijdragen aan:

  • Meer zelfstandigheid
  • Minder overbelasting voor mantelzorgers
  • Betere afstemming op de behoeften van de persoon